Het landelijk samenwerkingsverband van Universiteitsbibliotheken en de Koninklijke Bibliotheek, UKB, monitort de peer-reviewed artikelen die in open access verschijnen. De resultaten worden door de Universiteiten van Nederland (UNL) jaarlijks gerapporteerd aan het Ministerie van OCW. De ontwikkelingen met betrekking tot open access publiceren gaan snel. Sinds 2016 wordt hier een framework voor gebruikt dat nu vernieuwd wordt voor een nóg uitgebreidere monitoring.
Meer en beter meten
Het is belangrijk de juiste beleidsuitgangspunten te kiezen en wetenschappers te motiveren om hun publicaties wereldwijd zonder barrières te delen. In het nieuwe framework wordt geanticipeerd op verdere automatisering. Ook worden een aantal ontwikkelingen meegenomen, die in de afgelopen jaren een rol zijn gaan spelen.
Deze, en andere belangrijke zaken, worden meegenomen in het framework voor de monitoring dat op dit moment ontwikkeld wordt door de UKB-werkgroep OA monitoring, waarin diverse universitaire- en onderzoeksinstellingen samenwerken. Dat gebeurt op basis van het goedgekeurde adviesrapport. Er wordt niet over een nacht ijs gegaan. Diverse consultatierondes borgen een brede inbreng vanuit verschillende invalshoeken. Het is de bedoeling dat er flexibeler en efficiënter gemeten wordt, waarbij ook nieuwe databronnen worden meegenomen.
Hoe verder?
De Werkgroep OA Monitoring gaat aan de slag met het uitwerken van de adviezen naar praktische implementaties. Alle stakeholders blijven betrokken bij de verdere vormgeving van de nieuwe monitor. 2022 is een overgangsjaar. De traditionele lokale metingen worden nog uitgevoerd zoals in de afgelopen jaren. In het najaar wordt een prototype van de nieuwe Open Access monitoring opgeleverd. De nieuwe monitoring gaat centraal uitgevoerd worden. Eind eerste kwartaal 2023 vindt een eerste evaluatie plaats.
Meer informatie
Kijk hiervoor op de UKB website.
Deze website informeert academici over de voordelen van open access tot de resultaten van publiek gefinancierd onderzoek